Gravida proin loreto of Lorem Ipsum. Proin qual de suis erestopius summ.

Recente berichten

Follow Us:
Terug naar boven

‘De tuin in huis’

Een moderne Utrechtse woning met witte muren en strakke lijnen. Toen tuinarchitect Erik Funneman het huis voor het eerst zag, kreeg hij meteen de ingeving het ‘in te pakken’ in weelderig groen. Hij positioneerde de planten daarom op veel plekken direct voor de ramen, zonder een pad of terras tussen huis en tuin aan te leggen, wat je meestal tegenkomt. “Omdat de beplanting zo dicht bij de woning staat, krijg je in huis het gevoel alsof je in de tuin zit”, legt Funneman uit. De eigenaren, Lex van Alphen (64) en zijn partner Connie Scheele (61), houden erg van natuur. Ze vinden het heerlijk dat hun tuin overal zo aanwezig is in hun gelijkvloerse huis. “Als we de schuifdeur van onze slaapkamer openen, vallen de siergrassen op onze slippers”, zegt Van Alphen. “Dat directe contact met de natuur heeft iets rustgevends en blijmakends.”

Van Alphen en Scheele kochten het huis eind 2014. Het was toen een gedateerde, bungalowachtige laagbouwvilla met een jaren ’60-look. Van Alphen: “We hebben het voor een groot deel afgebroken en opnieuw opgetrokken in een eigentijdsere, strakke stijl, geïnspireerd op de ‘Case Study Houses’ uit Amerika.” Erik Funneman maakte het tuinontwerp samen met de interieurarchitecten van bureau Strand West, die huis en interieur ontwierpen. Erik: “De rechte lijnen van het huis zijn ideaal voor een tuinontwerper. Daar kun je namelijk een wild beplantingsplan naast zetten, zonder dat het een onoverzichtelijk geheel wordt.” Om die ‘wildheid’ van het groen in te kaderen, werden een witte muur en in hoogte variërende beukenhagen geplaatst, waardoor de strakke lijnen van het huis nu prettig resoneren in de tuin.

De modernistische bouwstijl van het huis is ook terug te vinden in twee rechthoekige plantvakken in de voortuin, met randen van robuust cortenstaal. “Deze vakken geven de tuin structuur, vooral in de winter als er niet zoveel te beleven is qua beplanting. Toch zijn ze niet té aanwezig: cortenstaal oogt natuurlijk, waardoor de planten de hoofdrol houden”, aldus de ontwerper. Hij gebruikte nog meer robuuste, onopvallende, tijdloze materialen in deze tuin: paden van dolomiet tussen de planten, gebakken klinkers voor het terras en het pad tussen voor- en achtertuin. “Ik wilde voorkomen dat het een show van materialen zou worden. Als ik bijvoorbeeld het aluminium van de kozijnen in de tuin zou hebben herhaald, zou dat te veel de aandacht hebben opgeëist.”

Het ging tuinarchitect Erik Funneman allereerst om het contrast. Contrast tussen een strak huis en een weelderige tuin. ‘Dan creëer je spanning en trek je de aandacht.’ En die aandacht wordt getrokken, zelfs binnenshuis.

Als knipoog naar de tijd waarin de oorspronkelijke woning werd gebouwd, de jaren ’60, bedacht Funneman achterin de tuin een zitkuil die ongeveer 60 cm lager ligt dan de rest van de tuin. “Dat is de warmste plek in de tuin, en dat wilde ik versterken door er een witte muur te plaatsen met een zitkuil ervoor. Daardoor ontstaat een extra warm microklimaat, en kun je al vroeg in het voorjaar van de zon genieten.” De randen van de zitkuil zijn ook van cortenstaal en doen tevens dienst als zitbankje. Er zijn verschuifbare plankenvan verschillende breedten op gelegd, om te voorkomen dat je kleding vies wordt van het enigszins roestige cortenstaal. Deze planken zijn van hetzelfde douglashout als waarvan een deel van de tuinomheining is gemaakt: ook dat versterkt de natuurlijke sfeer.

Ook al krijg je in deze tuin het gevoel in een groene wildernis te vertoeven, toch ligt er ook een keurig gemaaid, rechthoekig gazon. Vanaf het terras achter het huis kun je over dit gazon een rondwandeling maken door de hele tuin. Onderweg kom je langs de zitkuil en loop je tegen een – wederom rechthoekige – vijver aan. Daar kun je overheen via een strak vormgegeven eilandje van gras. “Ik noem het ook wel een stapsteen van gras”, zegt Funneman. “Een brug over de vijver vond ik een te harde onderbreking van de strakke lijnen in de tuin. Dit blok van gras, opgesloten in een rand van cortenstaal, trekt de lijnen mooi recht door, zonder al te veel poespas.” Achter het graseiland, tegen de omheining van de tuin, kwam een ‘verticale tuin’ die even breed is als de vijver. De oeverbeplanting van de vijver loopt over in deze groene wand. Van Alphen: “Vanuit het huis kijk je over het graseiland tegen de verticale tuin aan, die eruit ziet als een levend schilderij. ’s Avonds wordt dit ‘schilderij-effect’ nog eens geaccentueerd door de tuinverlichting. Zowel ’s zomers als ’s winters is het een echte blikvanger vanuit onze zitkamer.”

Van Alphen en Scheele vroegen Funneman een tuin te creëren met veel afwisseling in de beplanting. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd: zijn bloed gaat altijd sneller stromen van tuinen waar veel plantensoorten in staan. “Ik hou van veel variatie in de beplanting, anders wordt het me te saai”, bekent Erik. “Wanneer je veel afwisseling hebt in bloeitijd en bloeikleur, gebeurt er namelijk de hele tijd iets nieuws in de tuin. Je zit nooit tegen hetzelfde plaatje aan te kijken.” Hij koos voornamelijk prairiebeplanting met matte, aardse tinten – ook om de natuurlijke sfeer te verhogen. Er staan klassiekers als Echinacea pallida en Verbena bonariensis. Dankzij de vele laatbloeiers, waaronder Eupatorium maculatum en Rudbeckia nitida, is de tuin zelfs in november nog prachtig. Bonus zijn de mooie silhouetten in de winter. Funneman plantte ook veel siergrassen, zoals Miscanthus sinensis ‘Malepartus’ en ‘Morning Light’, Panicum virgatum ‘Heavy Metal’, Festuca mairei en Stipa tenuissima ‘Ponytails’. “De siergrassen geven structuur aan de tuin, zonder hem ondoordringbaar te maken. Omdat je erdoorheen kunt kijken, geven ze de tuin luchtigheid. En hun geritsel in de wind klinkt natuurlijk als muziek in je oren.”

De tuin ligt op kleigrond. Funneman liet bij de aanleg de van onkruid vergeven toplaag afvoeren en verbeterde de grond met organisch materiaal, omdat de aarde anders te veel zou dichtslaan. Vanwege de gewenste afwisseling pootte hij relatief kleine groepjes planten van drie, vijf of hooguit acht stuks. “Daardoor is er veel concurrentie tussen de planten. Planten die te hard blijken te groeien, moet je in toom houden, anders