Gravida proin loreto of Lorem Ipsum. Proin qual de suis erestopius summ.

Recente berichten

Follow Us:
Terug naar boven

‘Levenswerk van een ontwerper’

Al vanaf het moment dat Erik als negenjarig jongetje naar Houten verhuisde, wist de tuin hem mateloos te fascineren. En ook nu nog, terwijl hij een druk bestaan leidt als tuinarchitect en woonachtig is in hartje Utrecht, is diezelfde tuin nog altijd zijn vaste uitvalsbasis. Geregeld komt hij er om wat aanpassingen te doen of om te helpen met het onderhoud. „Ik kan hier naar hartenlust experimenteren en ontdekken hoe planten zich gedragen’’, vertelt Erik. „Het is een voorbeeldtuin voor mijn klanten, maar ik beschouw het ook als mijn eigen tuin. Op mijn balkonnetje in de stad – wat meer zoiets is als de hangende tuinen van Babylon – heb ik daar de ruimte niet voor. Al vind ik het terugkomen in de stad ook weer erg leuk.’’ De juiste trigger Het was 1990 toen Eriks ouders vanuit Weesp een woonboerderij kochten op het platteland van Houten. Om buiten te gaan wonen, maar voor Erik was het misschien wel de juiste trigger op het juiste moment. „De grond rond de woonboerderij was een echt boerenerf, met hooiberg en functionele beplanting. Toen we er pas woonden, werd er weinig met de tuin gedaan. Alle ruimte voor mij dus om een moestuintje te beginnen. Ik hield van de natuur, van tekenen en schilderen, was creatief en droomde ervan om bioloog te worden.’’ Op de middelbare school ging Erik zich serieuzer bezig houden met groen. Zijn droom om bioloog te worden had hij inmiddels laten varen, maar tuinontwerper leek hem wel wat. „De keuze lag tussen een vier jaar durende hoveniersopleiding, met als doel om door te studeren aan hbo tuinontwerp, of om na de mavo door te stromen naar de havo. Maar de exacte vakken en dan met name wiskunde lagen me niet zo, vandaar dat ik besloot om voor de hoveniersopleiding te gaan.’’ Tijdens zijn stages sloeg bij Erik nogal eens de twijfel toe: „Vaak werd ik als goedkope arbeidskracht langs de snelweg gezet om onkruid te wieden. Het is dan moeilijk om gemotiveerd te blijven. Gelukkig ben ik met de steun van mijn ouders toch doorgegaan en heb ik mijn opleiding afgerond.’’ Tijdens zijn studie begon Erik al met het aanbrengen van de hoofdstructuur in de tuin. Een echt beplantingsplan was er toen nog niet. „Een gedeelte van de aanleg deden we in de winter en elke volgende winter namen we er een stukje bij. Maar de echte opbloei kwam pas veel later. Ik wilde namelijk nog verder studeren om tuinontwerper te worden. Mijn oma was binnenhuisarchitect en mijn vader deed hetzelfde werk op keukengebied. Ontwerpen zit in onze genen. In eerste instantie wilde ik de studie Tuin- en Landschapsinrichting in Velp gaan volgen, maar de opleiding was vrij technisch waardoor ik met mijn wiskunde weer tekort schoot. Toen ben ik eerst een jaartje gaan backpacken. Pas bij terugkomst ging ik me verder oriënteren en kwam ik uit bij de opleiding Tuin- en landschapsarchitectuur in Gent, die meer gericht is op planten en particuliere tuinen en waar de toelating op het gebied van wiskunde wat milder was. Ik woonde tijdens mijn studiejaren in Gent, dus de tuin van mijn ouders lag in al die jaren stil. Maar toen ik daarna terugkeerde en mijn eigen bedrijf begon, begonnen ook de veranderingen in de tuin.’’

Met zijn groeiende interesse voor groen en de natuur, groeide ook de tuin van zijn ouders. Tuinarchitect Erik Funneman maakte van deze tuin in Houten zo’n beetje zijn levenswerk.

Erik kreeg carte blanche van zijn ouders. Hij was vrij om de tuin naar eigen inzicht in te richten, met als enige voorwaarde om het financieel binnen de perken te houden. De beplanting rond het huis kreeg een uitgelaten, cottageachtige sfeer, terwijl de beplanting naar achteren toe steeds natuurlijker wordt. Enkele oude hoogstamfruitbomen die al op het erf stonden, werden in ere gehouden en er werd een aantal zelfbestuivende soorten bij geplant. In het natuurlijke deel achterin kwam de heemtuin. Hier werd als achtergrond een losse haag aangeplant van inheemse, besdragende heesters. De wilde haag staat op een heuvel, die bestaat uit puin uit het huis en grond uit de vijver. Zo ontstond er een kleine zuidhelling voor een wilde plantenweide. Erik: ,,Ik verdiepte me op dat moment in inheemse soorten en zo ontstond het idee voor deze heemborder. Alleen, in de praktijk bleek dat een stukje natuur op twintig vierkante meter niet werkt. De tuin was misschien mooi voor een maand, maar werd daarna al snel rommelig en oncontroleerbaar. Bovendien zitten we hier op klei en is de grond niet schraal genoeg voor inheemse soorten. Regende het een keer hard, dan lag alles plat.’’ De weide met heemplanten is inmiddels vervangen door prairieplanten, een mix van siergrassen met bloeiende vaste planten. „Dit doet ook natuurlijk aan, maar vergt minder onderhoud en is beter geschikt voor een kleine tuin. Verschillende soorten vaste planten groeien hier door elkaar zoals Echinacea purpurea, Monarda, Artemisia, diverse soorten asters, Eryngium en Echinops. De siergrassen weven zich hier doorheen en geven een natuurlijke ondersteuning aan de bloeiende planten. De border trekt veel bijen en hommels aan.’’

 

Ook de klassieke voortuin met buxus, ligusters en grind moest eraan geloven. „Mijn handen jeukten om de voortuin aan te pakken’’, zegt Erik. „De grond hebben we bedekt met een laagje Gravier d’Or, een onderhoudsvriendelijke en natuurlijke halfverharding. De oude buxussen hebben we in groepjes bij elkaar gezet waardoor ze de vorm kregen van grote rotsblokken. De regenton uit de oude tuin heb ik weggehaald en in plaats daarvan maakte ik met mijn vader een bekken van zwerfkeien. Al het water in de voortuin loopt nu af richting het poeltje. De hond drinkt eruit, er komen allerlei soorten vogels badderen en er zwemmen kikkers en salamanders in. Op al dat leven kijken mijn ouders vanuit hun woonkamer uit.’’ Ook de zijtuin is duidelijk geen ondergeschoven kindje geweest in het ontwerp. Langs het huis loopt een graspad met oud-Hollandse betontegels langzaam naar beneden af richting de achtertuin. De border ernaast bloeit spectaculair. De terrasvormige opgebouwde beplanting bestaat voornamelijk uit groepen siergrassen en vaste planten. Een beetje in de stijl van Piet Oudolf. in de voortuin worden omgeven door buxuswolken en zwenkgras. In het midden ligt het poeltje. Erg onderhoudsvriendelijk is de tuin niet, maar dat was ook niet Eriks opzet. „Je bent hier al snel een dag per week bezig, in drukke periodes soms zelf twee. Bij een opdrachtgever zou ik de beplantingsgroepen kleiner houden, want ik wil ze niet met zoveel werk opzadelen. Hier ligt dat anders omdat het mijn werk én mijn hobby is. Inmiddels doen mijn ouders het dagelijks onderhoud en spring ik soms bij. Toen we hier in 1990 kwamen wonen, was het mijn vaders idee om oldtimers op te gaan knappen. De oldtimer die ze destijds al hadden, rijdt nog steeds niet’’, lacht Erik. „Tuinieren werd een grotere hobby.” Voorheen was Erik veel vaker op zijn favoriete plek te vinden, maar door zijn werk heeft hij daar minder tijd voor. ,,Mijn moestuin heb ik overgedragen aan mijn ouders. Het onderhoud werd te intensief naast mijn werk als tuinontwerper. Sowieso is de lichamelijke arbeid tijdens mijn werk minder dan vroeger. Eerst was ik vooral hovenier, terwijl ik me nu nog voornamelijk bezighoud met het tekenen van tuinen. De aanleg zelf besteed ik uit, maar ik heb wel nog een aantal van mijn aangelegde tuinen in onderhoud. Gewoon omdat ik het werken met planten heel fijn vind in afwisseling met het kantoorwerk. Bovendien houd ik graag een vinger aan de pols, want na een jaar moet je de beplanting een beetje bijsturen.’’